Kende Reve deze mozaïek?
Christus wordt hier afgebeeld in het uniform van een Romeins officier, het kruis over de schouder als een lans. Met zijn voeten vertrapt hij (naar de woorden van de psalm) leeuw en slang, symbolen van het kwaad. De mozaïek, die dateert uit omstreeks 500, is binnen de oudchristelijke kunst een unicum gebleven. Christus werd altijd voorgesteld als leraar, wetgever of rechter, ofwel hij werd afgebeeld als Albeheerser. De strijdende Christus is alleen te zien in de Aartsbisschoppelijke Kapel te Ravenna.
Gerard Reve maakte in zijn brieven herhaaldelijk melding van een vereenzelviging met Christus. Aan prof. K. Trimbos, vriend en psychiater, bekende hij in 1966 het volgende:
Intussen kwellen mij bepaalde religieuze ideeën: het besef, bijvoorbeeld, dat God in Zijn lijden door mij getroost wil worden; een obsessionele identifikaatsie met Christus, etc. En dit alles (temidden van hartstochtelijke pogingen tot devotie) gepaard aan het allersmartelijkste, maksimale skepticisme en ongeloof.
(Brieven Aan Geschoolde Arbeiders / 117)
Van 1964 tot 1972 correspondeerde Reve met prof. W. K. Grossouw, in Nijmegen hoogleraar in de exegese van het Nieuwe Testament. Werkend aan de herziene, vijfde druk van de Willibrordvertaling van het Nieuwe Testament raadpleegde hij Reve, die hem velerlei suggesties aanreikte. (In de verantwoording bij de vijfde druk wordt G. K. van het Reve dan ook vernoemd bij de dankbetuigingen.) Reve stelde prof. Grossouw een wedervraag.
Soms denk ik, en dan slaat de schrik mij om het hart, dat ik misschien de wedergekomen Gezalfde ben. Kunt u mij ter zake geruststellen - u hebt daar verstand van, en erover gestudeerd. (Brieven Aan Geschoolde Arbeiders / 49)
Ook prof. Trimbos vroeg hij om opheldering ten aanzien van zijn religieuze angsten, in de hoop dat ging om gewone belevingen, waar iedereen omtrent de kenteringsjaren mee te maken kan krijgen. Het is niet bekend of Reve antwoord heeft gekregen op zijn vragen, maar wel hebben deskundigen er van alles over opgemerkt.
Het Amerikaanse weekblad Newsweek bracht in 2001 verslag uit van een onderzoek van neurologen.
Zij ontdekten dat tijdens spirituele ervaringen, als visoenen en extases, bepaalde delen in de linkerhersenhelft worden uitgeschakeld. Mensen tussen de veertig en vijftig jaar zouden de meeste kans hebben op dergelijke belevingen. Inderdaad dateren de meeste getuigenissen van Reve over stemmen en visioenen uit deze periode. Ook over hem bogen zich neurologen.
Mijn encephalogram wijst afwijkingen aan (..) die bewustzijnsvernauwingen, hallucinaatsies en vervolgingswaan zouden begunstigen, vooral bij gebruik van veel alkohol. (Brieven Aan Geschoolde Arbeiders / 117)
Reve maakte er nooit een geheim van dat roesmiddelen belangrijk voor hem waren, al was er een keerzijde.
Ik heb een zekere overgevoeligheid voor narcotica - stimulantia zowel als sedativa - en zou mij er eigenlijk geheel van moeten onthouden. Na 5 mg amfetamine, waar Matroos Vos vrijwel niets van bemerkt, versta ik al ongeveer de taal der dieren, en na twee flessen wijn weet ik soms niet meer hoe ik heet.
(Brieven aan Josine M. / 387)
Deze wetenschap weerhield hem er echter niet van om jarenlang zowel 'vreugdepillen' als alcohol met grote regelmaat tot zich te nemen.
Ik ben een mistiek aangelegd, ekstaties mens, dat niet buiten de roes kan, al kunnen de drie
(religieus, seksueel en alkoholies) elkaar vervangen of aflossen. (Brieven Aan Mijn Lijfarts / 41)
Seks & Drank zijn wel erg belangrijk, want in beide ontmoeten het bewuste & het onbewuste elkaar. Beide kennen een roes zowel als een kater. Geen van beide houdt voor mij werkelijk genot in, maar in beide beleef ik, soms, de verschrikking & Afgrond van God. (Brieven aan Josine M. / 139)
En andere benadering van het zich vereenzelvigen met Christus is die van psychologen. Zij vatten de identificatiedrang in zijn algemeenheid op als een neiging tot nabootsing, stap in het zoeken naar een eigen sociale persoonlijkheid. Reve heeft het daar, deels onder invloed van zijn communistische opvoeding, niet gemakkelijk mee gehad.
Mijn jeugd is één wurgende frustratie geweest van het gevoelsleven. Voor allerlei emoties ontbrak eenvoudigweg de uitingsvorm, de bedding, de vertolking. Alles wat niet rationeel kon verdedigd worden was zinloos, infantiel en belachelijk. (Brieven Aan Geschoolde Arbeiders / 126)
Na zijn reis naar Spanje, in 1963, besloot Reve het over een andere boeg te gooien. Hij wilde gaan staan voor zichzelf, of zijn omgeving daar nu wel of niet van gediend was.
Dat is het enige, maar ook geweldige resultaat van deze reis, dat ik veel angst ben kwijtgeraakt, en zal durven schrijven zonder vrees voor het oordeel van anderen.
(Brieven Van Een Aardappeleter / 49)
Reve wist heel goed wat hij wilde, maar ook op zijn veertigste was hij nog steeds omgeven door mensen die zijn voorkeuren niet wisten te waarderen. Hij hoorde zich niet in te laten met homoseksualiteit, en al helemaal niet met de rooms-katholieke kerk. Je hoeft dus geen psycholoog te zijn om te begrijpen dat er een explosie van beelden en belevingen volgde, toen hij na zoveel jaren van inperking voor het eerst zijn ware aard vrij baan gaf. Reve ging zich intensief bezig houden met zijn dromen. In navolging van C. G. Jung geloofde hij dat zich in dromen en visioenen een hoger bewustzijn manifesteert in de vorm van het Zelf, een archetype, dat staat voor de gehele persoonlijkheid van de mens in wie de tegenstellingen verzoend zijn. Naar aanleiding van een droom uit zijn kinderjaren noteerde hij:
In dat geval geeft de droom mede te kennen, hoe moeilijk en vrijwel ondoenlijk het mij in mijn leven zoude gevallen, gevoel en verstand met elkaar te verzoenen. (Brieven Aan Mijn Lijfarts / 152)
Hij begreep dat hij ook het onbewuste, de irrationaliteit, moest erkennen en toelaten in zijn leven.
Dat het rationele en irrationele elkaar niet in de weg staan was hem duidelijk.
Het mythisch denken is primair en gaat aan het logies denken vooraf, maar is daarvan niet het infantiel, zo spoedig mogelijk te overwinnen voorstadium. Alleen wie de mythe in volle diepte, schoonheid en levendmakende kracht kan beleven, mag hopen op een volwaardig funktionerende rede, en het is dan ook bepaald geen toeval, dat de vertolkers van de mythe bij uitstek, de grote kunstenaars en mystici, steeds bezitters blijken te zijn van een zeer krachtige, heldere en zuivere intelligentie.
(Archief Reve 1961-1980 / 97)
Maar terug naar Christus en de verklaringen omtrent identificaties en visoenen.
Het is bekend dat Reve uiteindelijk weinig op had met
het soort dat er niks van begrijpen wil, en alles psychologies weet uit te leggen, en te verklaren uit het feit dat er toen nog geen elektries licht was en de mensen nog veel natuurverschijnselen niet wisten te verklaren.
(Brieven aan Wimie / 118)
Ik hou helemaal niet (..) van dat eigenwijze, rationele gelul, weet je wel. Dat een kat toch niet van zijn jongen houdt, want je moet het zo beschouwen, weet je wel.. Van die ontluisterende dingen, die het je onmogelijk maken om te leven eigenlijk. Daar hou ik helemaal niet van. Ik word ontroerd door een beest met zijn jongen, en als hij me nou vertelt dat als een beest zijn jongen niet verzorgt, dan krijgt hij jeuk onder zijn veren of zoiets, dan kan dat best waar zijn, maar daar heb ik geen boodschap aan. Dat zijn inopportune waarheden. Daar koop je niks voor.
(Gerard Reve In Gesprek, Interviews / 58)
Zijn geestelijke balans en gezondheid stond op het spel; hij zocht geen vrijblijvende beweringen, maar iets wat diepte en betekenis had. Hij ontdekte de wereld van het katholicisme als een tovertuin, waarin alles mogelijk was. Met ruimte om het op elk niveau te beleven, de bijgelovige aspecten zowel als de diepzinnigheid. Vrijheid was er ook, hij hoefde niets in te leveren, noch zijn zelfstandigheid, noch zijn intelligentie, noch zijn kunstenaarschap. Geïnspireerd door Christus durfde hij het aan om geldigheid te verlenen aan wat er werkelijk in hem omging. In Edinburgh kwam hij openlijk uit voor zijn homoseksualiteit, een voor die tijd radicale daad.
Hij is wel een groot en bevrijdend Teken, Jezus Christus, vind ik. Hij is symbool van de grote, onvoorwaardelijke inzet, waartoe de mens eens moet komen. Door hem bijvoorbeeld heb ik verleden jaar mijn stem durven verheffen op het congres van Edinburgh , dat herinner ik me nog goed, al dorst ik dat later niet, uit vrees uitgelachen te worden, op papier bekennen. (Brieven aan Wimie / 187)
En wat betreft zijn boeken:
Mij heeft die Kerk in mijn werk in ieder geval geïnspireerd en mij de moed gegeven dingen neder te schrijven die ik anders misschien nooit op papier had durven zetten.
(Verzamelde gedichten / 129)
Deskundigen kunnen wel zoveel beweren. Het doet er evenmin toe of Reve de mozaïek van de strijdende Christus kende. Hij ging zelf de strijd aan, dat is wat telt.
Tekst: Ans Willems, 7 juli 2004
Foto's: Oudchristelijke kunst, Prof. dr. F. van der Meer (Mozaïek), Programmaboekje 'Saint-Amour, een literair programma rond liefde en begeerte' (foto Gerard Reve)