Spanjereis 1963, deel 1: Plannen en voorbereiding
De achtergronden van de reis: Gerard Reve in 1962-1963
Wanneer de eerste plannen voor de Spanje-reis opduiken woont Gerard Reve in een vervallen pand ('zot krothuis' en 'doorgeblazen puingruwel') aan de Oudezijds Voorburg Wal in Amsterdam. Wimie (Wim Schumacher), met wie hij bijna 10 jaar een relatie heeft gehad en met wie hij samenwoonde is op 26 oktober 1962 naar Engeland vertrokken en woont daar samen met het 'loodgietend prijsdier' M.
Hoewel er druk wordt gecorrespondeert tussen Wimie en Gerard Reve, er wederwijdse bezoeken worden afgelegd (Reve is in december 1962 in Londen) en er veelvuldig gepraat en nagedacht wordt over een verzoening wordt gaandeweg steeds duidelijker dat die Verzoening niet gaat plaatsvinden en Reve alleen verder moet.
Reve's werk bevindt zich in een overgangsfase. De afgelopen jaren heeft hij zich, soms zeer moeizaam, in leven gehouden met vertaalwerk, wat royalties (van herdrukken), lezingen en journalistiek werk maar het lukt niet goed om hiermee een redelijk en constant inkomen te verwerven.
In deze periode doen zich in leven en werk drie belangrijke ontwikkelingen voor:
Reve ontwikkelt de vorm van de reisbrief waarin hij zich direct tot de lezer (van het literaire blad Tirade) richt en op vaak zeer persoonlijke wijze verslag doet van ideeen, gedachten en gebeurtenissen. De brieven slaan aan bij critici en de lezers.
Hiermee deels samenhangend ontwikkelt Reve voor zichzelf het idee alleen nog maar met het 'echte schrijven' zijn brood te willen verdienen en dat bovendien in alle rust en teruggetrokkenheid te willen doen. Het drukke sociale leven, het (in die tijd nog maar halve) bekend Nederlanderschap, uitgaan, hoereren etc.: het hangt hem allemaal ontzettend de keel uit en hij wil met dat leven radicaal stoppen. Na het vertrek van Wimie lijkt dat hem ook aardig te lukken.
En dan is er nog het Schrijversprotest in 1962 waarin Reve een actieve rol heeft gespeelt en die er o.a. toe leidde dat hij voor zijn bijdrages aan Tirade een hoger honorarium kreeg en mede daardoor kwam langzaam maar zeker fl. 3000,- inkomen per jaar in zicht, als zijnde een door Reve zelf bepaald bedrag waarvan een enigszins 'fatsoenlijk' leven mogelijk was.
Reve zelf in 'Brief uit Schrijversland' (Tirade juni-juni 1963): "Nu eindelijk, in mijn veertigste levensjaar, besef ik, dat ik aan beroemdheid niks heb, en dat ik niets anders wil dan schrijven en daarmee, als een fatsoenlijk ambachtsman, door het geschrevene te verkopen, genoeg geld verdienen om fatsoenlijk, zonder hinderlijke en belemmerende armoede, te kunnen leven. Verder helemaal niks." En: "Zo ook ben ik een schrijver, en geen journalist, vertaler, forumdanser, kutartikeltjesmaker, of wat ook."
En als toegift was er nog de befaamde winter van 1962-1963. Die was lang en bijzonder streng (u kunt het nakijken op de website van het KNMI). Reve doet in een groot aantal brieven uitgebreid verslag van de ontberingen die hij die winter heeft moeten doorstaan. Velen zullen het zich nauwelijks meer voor kunnen stellen maar wanneer het langere tijd tussen de 10 en 20 graden onder nul is, met storm en sneeuw, wordt een normaal leven in een niet-geïsoleerd huis, zonder CV knap lastig. Reve schrijft dan ook meerdere malen dat dit de laatste winter in Nederland geweest is.
Waarom op reis?
Zoals ook al kan worden opgemaakt uit het bovenstaande was er niet één reden voor de Spanjereis die Gerard Reve maakte van begin mei tot eind augustus 1963. De koude winter, het vertrek van Wimie, het succes van de reisbrieven, het schrijversprotest, het idee alleen nog maar te willen schrijven, dat alles kwam min of meer samen in de volgende redenatie: Nederland is koud, duur en daar kan je niet van het schrijversvak leven. Spanje is warm, goedkoop en daar kan je wel van het schrijven leven. Dus: op reis!
De eerste plannen
De eerste duidelijk gedateerde, zij het wat indirecte verwijzing naar plannen om naar Spanje te gaan staat in een brief aan Ludo P. van 6 januari '63. Reve bespreekt in de brief plannen van P. om op een Grieks eiland een huis te gaan kopen. Reve stelt het wat goedkopere Spanje voor (wetende dat geld voor P. niet echt een probleem is). Een maand later (brief op 4 februari) heeft Reve het concreet over een plan om de volgende winter 6 maanden naar Alicante te gaan.
Een ander vroeg spoor is een passage uit de 'brief uit Camden Town' (het latere derde hoofdstuk van
Op Weg Naar Het Einde (1963)). Deze brief is gedateerd op 10 december '62 en gepubliceerd in Tirade in februari '63. Het tijdstip van schrijven zal daar dus wel ergens tussenin liggen (in de brief van 6 januari aan Ludo P. heeft Reve het nog niet over Alicante, in de februari-brief wel).
Reve slaapt in het huis van de Londense vriend P. en krijgt van een Nachtelijke Stem een aantal opdrachten waarvan de tweede is "mij naar de velden van Alicante te begeven en mij in de nabijheid van de vervallen kerk van Santa Maria della Vittoria vestigen, om daar Verder Orders af te wachten". (p. 98 van de 21ste druk, 1987).
Tot Allicante is Reve op zijn reis niet gekomen en van de andere twee opdrachten, sterke drank opgeven en bewerkstelligen dat Wimie gitaar leert spelen is repectievelijk pas veel later en nooit iets gekomen.
Met of zonder Wimie?
Op 21 januari '63 stelt Reve aan Wimie voor het eerst voor om samen naar Spanje te gaan. Al vrij snel blijkt dat Wimie daar geen zin in heeft (hij schrijft terug dat het in Spanje ook vriest) maar in latere brieven in februari en maart probeert Reve Wimie nog steeds over te halen (ook het bovengenoemde gitaarspelen heeft Reve nog een paar keer geprobeerd). Of de relatie tussen Wimie en Reve hersteld zal worden is in deze periode nog erg onzeker: Reve wil wel maar op een heleboel voorwaarden en Wimie houdt de boot wat af maar doet de deur niet echt dicht.
De voorbereiding
In de maanden die volgen lijkt van een strakke voorbereiding geen sprake te zijn. De plannen veranderen voortdurend. Op 4 februari is het plan nog 6 maanden Alicante en een dikke maand later, op 7 maart schrijft hij aan Wimie dat hij met Pasen in Spanje wil zijn. Ook de vervoersplannen zijn aan grote veranderingen onderhevig. Van brommer tot trein en boot.
De onduidelijkheid van het wel of niet meegaan van Wimie speelden bij deze wisselende plannen waarschijnlijk een grote rol. Maar ook de financiën en het vele werk (3 reisbrieven in Tirade, vertaling van
Who's Afraid of Virgiana Woolf.
De Arnoudspolder: op dit schip is Gerard Reve op 9 mei 1963 in Rotterdam uitgevaren voor de reis naar Lissabon.
Uiteindelijk wordt wel duidelijk dat Reve zonder Wimie op reis zal gaan en dankzij de bemiddeling van zijn vriend, de reder Ludo Pieters kan Reve met een boot (gratis) naar Lissabon reisen. Zijn bromfiets gaat mee op de boot. Het plan is om na een kort verblijf in Lissabon verder te reisen naar Spanje. Op 9 mei vertrekt Reve vanuit Rotterdam en begint de reis.
Het vervolg
Binnenkort in deel 2: de reis met de Arnoudspolder en het verblijf in Portugal