De acteur, schrijver en tv-persoonlijkheid Albert Mol is op 9 maart 2004 in zijn woonplaats Laren (Gld) op 87-jarige leeftijd overleden. Mol was net als Gerard Reve één van de eersten in Nederland die openlijk voor hun homoseksualiteit uitkwamen.

Albert Mol speelde in de verfilming van Lieve Jongens de rol van Albert S.

Het boek Lieve Jongens (1973) wordt afgesloten met een langer verhaal, over de 'oude', halfdove Albert S. en diens jonge vriend Freddie, op wie allerlei revistische fantasieën worden losgelaten. Dat beide personages geïnspireerd waren op Gerrit Komrij en Charles Hofman, met wie Reve en Willem in de jaren 60 een periode contact hadden, ontging toentertijd vrijwel iedereen. Behalve Komrij zelf dan die zich uiteraard wel herkende in de buitengewoon vilein neergezette Albert S.. Erg netjes was dit niet van Reve en er kwam later ook nog wel enige heibel van. Zie bijvoorbeeld het interview van Bibeb met Hans Warren. Maar voor de nietsvermoedende lezer was het een mooi verhaal.

Albert Mol speelde de rol flink 'over-the-top' maar door de hardheid en gemeenheid waarmee hij wordt neergezet en afgescheept werd hij toch een soort tragische held.

Over de doden niets dan goeds maar over Mols, later door Paul Verhoeven verfilmde succesboekje 'Wat zien ik?' schrijft Reve op 17 maart 1966 aan de arts-psychiater Jan Groothuyse: "Aan je boek (..) heb ik veel genoegen beleefd. Ik vind het heel wat bewogener en menselijker dan het nogal goedkope, gemakkelijke bakseltje van Albert Mol."

Met het boek van Groothuyse wordt de in 1966 in eigen beheer verschenen verhalenbundel 'Eten van twee walletjes' bedoeld. De verhalen hierin zijn ontleend aan de medische praktijk (op de Amsterdamse Wallen) en het gezinsleven van Groothuyse.