In het begin van de jaren '70 woonde de op 8 april overleden Gerard Reve in Weert. Nadat zijn moeizame driehoeksverhouding met Woelrat en Teigetje op de klippen was gelopen, ontfermde Guus van Bladel, personeelschef van multinational Hoechst in Weert, zich over de mentaal aangeslagen schrijver. Van 1972 tot 1976 deelden ze een ruime flat aan de Nieuwe Markt. Voor de omstreden Volksschrijver betekende Weert 'stilte, konsentraatsie & werk'. Hij was in deze periode uitermate productief. Hij schreef o.a. de romans Lieve Jongens, De Taal der Liefde en Een Circusjongen, de dichtbundel Het Zingend Hart en talrijke brieven.

Programmamaker Fons Geraets maakte een documentaire over de Weerter jaren van Gerard Reve en interviewde diverse personen die hem van nabij hebben meegemaakt. Aan het woord komen Guus van Bladel, het vriendenstel Casper de Gouw en Gerard van den Oetelaar, de inmiddels overleden timmerman Jac Jacobs en Bert Boelaars, auteur van het boek Koninklijke Jaren (2002). Hun getuigenissen schetsen een boeiend portret van de even kleurrijke als omstreden auteur.

"Verder heb ik gebruik gemaakt van materiaal uit de archieven van L1 en de VPRO", zegt Geraets. "Zo heb ik het dankwoord kunnen vinden dat hij heeft uitgesproken bij zijn benoeming tot ridder in de orde van Oranje-Nassau op 29 april 1974 in Weert."

Het programma, dat zondag om 12 uur wordt uitgezonden, heeft als titel 'Toch goed dat er God is'. Fons Geraets: 'De slotregel van zijn befaamde gedicht Roeping, dat hij heeft opgedragen aan zijn toenmalige buren, de Zusters van Liefde te Weert'.

Toch goed dat er een God is. De Weerter jaren van Gerard Reve. Eerste pinksterdag, 4 juni, om 12 uur bij L1-radio. Herhaling: maandag 21 uur.