Guus van Bladel onthult 'de grote onbekende uit De avonden'
13 december 2008
Wat dreef Gerard Reve in 1947 tot het schrijven van zijn debuutroman? De auteur, die 14 december 2008 85 jaar zou zijn geworden, was indertijd onder behandeling van een psychiater. Waarom had het huwelijk van zijn ouders zich zo dramatisch voltrokken? Guus van Bladel, die enkele jaren met de schrijver samenwoonde, werpt in zijn onlangs verschenen Handleiding voor het lezen van
De avonden een nieuw licht op de situatie.
'Heel slecht', antwoordde Gerard Reve halverwege zijn eerste boek, toen Robert van Amerongen informeerde hoe het bij hem thuis was. Reve, alias Fris van Egters, stortte zijn hart uit, op bezoek bij Van Amerongen, alias Viktor Poort, een oud-klasgenoot van het gymnasium: 'heel slecht, Viktor. Laten we de dingen bij hun naam noemen. (..) Ik wacht, tot ze zich opknopen of elkaar doodslaan. Of het huis in brand.'
Vreugdeloos gezin
De 23jarige alleenstaande Gerard Reve woonde in 1946 nog in bij zijn ouders, eenhoog aan de Jozef Israelskade 415 (voorheen 116). Hij beschreef in De avonden zijn laatste tien dagen van het eerste volledige naoorlogse jaar. De sfeer in huis ervoer hij als beklemmend. Meer dan eens ontvluchtte de auteur de ouderlijke woning omdat het er voor hem niet te harden was. Reve schetst een vreugdeloos gezin, voor hem een verschrikking. Zijn ouders zaten elkaar voortdurend in de weg. Hun liefdeloosheid vormde mede de grondslag voor de diepe depressie die Reve in zijn bekroonde boek op aangrijpende wijze heeft verwoord.
Hoewel hij voor zijn onbeholpen moeder nog medelijden koesterde (hij noemde haar 'lieve, goede'), kon vader Reve bij de gekwelde zoon nauwelijks iets foutloos doen. Een mogelijk nieuwe verklaring voor deze aversie brengt zijn latere huisgenoot Guus van Bladel onder de aandacht in zijn nieuwste publicatie Handleiding voor het lezen van de avonden. Van Bladel wijst er op dat Reve senior in het boek verschillende malen het huis verlaat met onbekende bestemming. Zoals op tweede kerstdag, na het ontbijt:
"Toen ze gereed waren, stond zijn vader op en liep de gang in. Frits hoorde hem zijn jas van de kapstok nemen, de zijkamer inlopen en op zijn bureau met papier ritselen. Daarna hoorde hij hem weer de gang inkomen, de trapdeur voorzichtig openen en zacht sluiten. 'Hij is weg', zei hij. 'Laat hij in Utrecht maar zijn plezier hebben', zei zijn moeder, 'het zal mij een zorg zijn'. Bij de laatste twee woorden haperde haar stem."
Geheime liaison
Ook op 24 en 28 december was vader verdwenen. Van Bladel onthult in zijn jongste uitgave waar Gerardus Johannes Marinus van het Reve senior (1892) zonder iets te zeggen heen ging: naar zijn geheime liaison JO (Johanna) DE JONG (in de herinnering van Van Bladel DE JONGH geschreven). Deze jonge lerares Frans en Duits, geboren in 1912 in Gouda, had hij tijdens de bezetting nader leren kennen, ofschoon de twee elkaar al voor de oorlog hebben ontmoet. tijdens een lezing van Reve senior.
Vader Gerard die als overtuigd communist, lid van de CPN, actief in het verzet zat moest in 1941 onderduiken. Hij verbleef onder meer op een schuiladres in de buurt van Gouda. 'Jo de Jongh, die in het begin van de oorlog tijdens een Duits bombardement haar verloofde verloor, met wie ze op het punt stond te trouwen, was aangesloten bij een ondergrondse groep die in en om Gouda actief was', aldus Van Bladel.
ongedateerde foto (eind jaren 60, begin jaren 70)
vlnr: Teigetje, Reve sr., Woelrat, Jo, Gerard)
'Zij deed soms levensbedreigend verzetswerk', schreef Van Bladel in zijn boek Rondom Reve uit 1997 waarin hij nog niet inging op haar bijzondere rol in De avonden. 'In Amsterdam was ze daadwerkelijk betrokken bij de bevrijding van een belangrijke politieman, die door de Duitse bezetters was geïnterneerd. Eens kreeg ze opdracht een meer dan vriendschappelijke verhouding te beginnen met een jongeman, van wie men vermoedde dat hij een judasrol speelde en verzetsstrijders aan de Duitsers overleverde. Toen Jo tot de ontdekking kwam dat deze vermoedens meer dan juist waren, werd deze jongeman door het verzet geliquideerd.'
'Zij moest o.a. onderduikers periodiek bezoeken om ze van de nodige bonkaarten te voorzien', vervolgt Van Bladel in zijn deze maand verschenen publicatie. 'Een van die onderduikers was vader Gerard, die na de oorlog een relatie met haar begon. In De avonden schittert haar persoon door afwezigheid, maar zij is wel degelijk, alhoewel onzichtbaar, aanwezig en een factor in de levens van vader, moeder en zoon. Vader Gerard zag Jo regelmatig in Utrecht in de stations restauratie.'
Gerardje
Volgens Van Bladel wisten Gerard junior en zijn moeder dat vader bevriend was met 'een meisje uit de oorlog' en verdachten ze hem van een liefdesverhouding. Volgens Henny Buiting van het IISG (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis) hield de oude Reve er binnen de partijhiërarchie meerdere vriendinnen op na. 'Hij sprak daar, tot verdriet van zijn vrouw en zoons, openlijk over', bericht de website http://www.iisg.nl/bwsa/bios/reve.html . Wellicht verklaart dit de talloze twisten tussen Reves ouders, uitvoerig beschreven in De avonden. Zo hoorde Gerard junior zijn moeder 's nachts geregeld huilen. Eenmaal kon hij vanaf de gang moeder tegen vader horen zeggen: 'nooit in je leven heb je aan iemand anders gedacht dan aan jezelf (…)'.
Van Bladel herinnert zich dat Reve hem ooit toevertrouwde dat hij als kind bij zijn moeder in bed moest slapen, wanneer zijn vader niet thuis was. Zijn moeder noemde hem dan 'Gerardje', wat hij verschrikkelijk vond. 'Ik wil nooit meer Gerardje genoemd worden, vertelde hij mij', aldus Van Bladel.
Op andere momenten noteerde Reve in De avonden uit de mond van zijn moeder, Janetta Jacoba Doornbusch (1892): 'Het is net of die man geen verstand meer heeft'. Elders, zuur: 'Dat is nu een intellectueel'. De twee uit Twente afkomstige echtelieden die maar vier dagen in leeftijd verschilden hebben overigens een zeer tragisch begin van hun in 1916 gesloten huwelijk gekend. Voordat hun zoons Karel en Gerard in 1921 en 1923 ter wereld kwamen zijn vier kinderen doodgeboren of vroeg gestorven.
'Jo werd langzaam van een vriendin een minnares', vervolgt Van Bladel in zijn Handleiding voor het lezen van De avonden. 'Na de dood van zijn echtgenote Net, in 1959, werd Jo door vader Gerard officieel in zijn sociale leven opgenomen. Ze hadden een volkstuin in Amsterdam waar ze in de zomer verbleven.' De twee - die 21 jaar in leeftijd verschilden - zijn in 1965 officieel getrouwd en hebben nog een hele tijd gewoond aan de Jozef Israelskade.
Stiefmoeder
In de periode dat Van Bladel en Reve samen woonden in Weert is Reve senior overleden, in februari 1975. Daarna is Jo van het Reve - de Jong geregeld op de flat in het Limburgse stadje komen logeren. 'Ik ben door de jaren zeer goed bevriend geraakt met Jo de Jongh', aldus Van Bladel die zich verder herinnert: 'Gerard junior is altijd aardig en behulpzaam geweest voor zijn stiefmoeder. (..) Ze studeerde op oudere leeftijd Russisch en hielp stiefzoon Karel toen die voor Het Parool in Moskou vertoefde. Ook Karel en zijn echtgenote Tini zijn altijd heel aardig voor Jo geweest. Ze is in 1996 in een verpleeghuis in Amsterdam gestorven'. In het boek
Koninklijke Jaren - de Weerter periode van Gerard Reve is te lezen dat zij daarvoor heeft gewoond in het appartement van de flamboyante tv-regisseur Rob Touber. Ze kocht deze woning in Buitenveldert een half jaar na diens plotselinge dood in april 1975. De Jong heeft ook nog enige tijd in Castricum gewoond waar ze een nieuwe (platonische) geliefde vond. Na diens overlijden is ze teruggekeerd naar Amsterdam waar zij in een verzorgingsflat terecht kon.
Van Bladels vrienden Kasper de Gouw en Gerard van den Oetelaar, die in de Weerter periode ook met Gerard Reve bevriend raakten, hebben in deze tijd eveneens zijn stiefmoeder leren kennen. In Koninklijke Jaren is te lezen hoe zij met Reves 'lijfarts' Jan Groothuyse de flat van Rob Touber hebben opgeknapt. Ze herinneren zich Jo de Jong als een kordate vrouw met licht rossig haar, gastvrij en dol op sherry. Maar soms ook achterdochtig, vermoedelijk een gevolg van haar traumatische oorlogservaringen. Na Van Bladels vertrek naar het Verre Oosten bleef ze geregeld richting Weert komen, aanvankelijk nog zelf rijdend in haar Dafje. Meestal combineerde ze haar bezoeken aan De Gouw en Van den Oetelaar met een tochtje naar het vlakbij gelegen Linne waar Reves 'biechtvader' Jan Hendrikx pastoor was. Het zat haar dwars dat ze bij Joop Schafthuizen niet welkom was. De antipathie was overigens wederzijds.
Aangezien Jo de Jong actief is geweest in het verzet kreeg zij tot aan haar dood een behoorlijke uitkering van de Stichting '40-'45. 'Zij hielp veel joodse landgenoten aan onderduikadressen, smokkelde bonkaarten voor onderduikers en deed koeriersdiensten in het verzet', aldus Van Bladel in zijn in 1997 verschenen boek Rondom Reve. Daarin is ook een foto opgenomen waarop Teigetje en Woelrat staan afgebeeld samen met Jo de Jong, haar echtgenoot en diens zoon.
Ook Reve senior ontving een buitengewoon staatspensioen omdat hij in de oorlog angina pectoris had opgelopen. Vader Reve heeft na de bevrijding nog enkele jaren voor Het Parool gewerkt, de krant waar zijn zoon - die zich toen ook Simon noemde - in die jaren als verslaggever was begonnen. Het is misschien navrant te noemen dat De avonden meteen al in 1947 bekroond werd met de naar een Amsterdamse verzetsheld vernoemde Reina Prinsen Geerligs Prijs. Van de andere kant waren niet alleen zijn verguisde ouders actief geweest in het verzet, ook Gerard junior heeft in het verzet zijn bijdrage geleverd.
Editio princeps
Ondanks de enorme ergernissen heeft Gerard Reve het eerste exemplaar van De avonden aan zijn ouders gegeven. Met kroontjespen schreef hij voorin: 'Voor mijn ouders met alle goede wensen. Van de schrijver, de eerste November 1947, te Amsterdam. GerardvanhetReve.'
Later verzon Reve dat zijn echte vader een Noorse zeeofficier was. En Karel werd zijn 'halfbroer'. Toch droeg de auteur in 1973 de eerste versie van Het Zingend Hart op aan zijn vader, ter gelegenheid van diens 81ste verjaardag. Toen hij opgenomen was in een verpleeghuis in 't Gooi heeft Reve vader tot het einde bezocht. De kort daarna verschenen dichtbundel werd overigens in druk opgedragen aan de nagedachtenis van zijn moeder. Toenmalig geliefde Joseph Cals schilderde op verzoek van Reve haar portret.
Moeder moet trouwens weinig opgehad hebben met De avonden. Volgens Van Bladel zou ze tegen Hanny Michaelis gezegd hebben te hopen nooit meer in Gerards boeken te zullen voorkomen. Reve heeft deze moederwens geëerbiedigd. Het in 1962 geschreven gedicht Droom vormde een uitzondering.
Na het overlijden van Reve senior kwam de editio princeps in bezit van Jo de Jong die overigens nimmer de publiciteit opzocht. 'Op een van mijn familiebezoeken in Nederland, in de tweede helft van de tachtiger jaren, vertoefde ik voor een paar dagen bij Jo in Amsterdam', aldus Van Bladel die in 1977 naar Singapore was geëmigreerd waar zowel Jo als Gerard junior hem hebben bezocht. 'Bij dat bezoek gaf ze mij de editio princeps van De avonden kado. Dit boek werd het vlaggenschip van mijn Reve-verzameling.' Hoewel Gerard Reve hem later verzocht dit boek aan Joop Schafthuizen te verkopen heeft Van Bladel dit nagelaten. Uiteindelijk is zijn Reve verzameling in 2001 verkocht aan de gemeente Weert.
Handleiding voor het lezen van De avonden is een privé uitgave van Guus van Bladel uit december 2008. Het vormt deel 11 van de serie Melaka's kladboek - Vertellingen, essays, gedachten en herinneringen betreffende mensen, dieren en gebeurtenissen in en rond Maleisie en Singapore. Er zijn dertig exemplaren van gedrukt. Van Bladel die momenteel in Melaka woont brengt sinds juli 2008 om de paar weken een aflevering uit van deze vertellingen. Hij wil de reeks mettertijd ook in boekvorm publiceren.
Foto is afkomstig uit 'Rondom Reve' van Guus van Bladel, 1997