Ludo Pieters: 'Over Gerard praat ik niet'
17 januari 2012
Op 11 januari 2012 waren Wil Heezen (neerlandica) en Paul van de Laar (historicus) te gast bij Theodor Holman in het
Radio 5 programma OBA Live. Heezen en van de Laar schreven een
biografie over Ludo Pieters (1921-2008), de Rotterdamse havenbaron met literaire aspiraties die zich ontpopte tot beschermheer en vriend van Gerard Reve.
Pieters was een van de belangrijkste mecenassen en kunstliefhebbers van Rotterdam. Hij wilde het beeld veranderen van deze arbeidersstad in een kunststad. Met hart en ziel probeerde hij met name moderne cultuur te bevorderen, variërend van architectuur tot poëzie en beeldende kunst. De opzet van het bij uitgeverij THOTH verschenen boek 'Ludo Pieters. Rode havenbaron, mecenas en vriend van Gerard Reve' was met name om de betekenis van de markante zakenman te onderzoeken voor de culturele sector van Rotterdam.
Toen de schrijvers in 2000 kennis maakten met Pieters wilde deze over alles praten behalve over Reve met wie hij op dat moment weer eens gebrouilleerd was. 'Over Gerard praat ik niet', luidde het resoluut. Om die reden wilde Pieters ook Nop Maas niet te woord staan, aldus de schrijvers in het radioprogramma.
Toch, in de loop der jaren ontwikkelden de ontmoetingen met Heezen en Van de Laar zich dusdanig dat Pieters op een gegeven moment aanbood zijn brieven aan Gerard ter inzage te geven. Een aantal brieven van Reve zelf aan Pieters waren in 1986 al bij Van Oorschot verschenen onder de titel
'Brieven aan Ludo P. 1962-1980'.
Uit beide correspondenties blijkt dat de contacten tal van ups en downs hebben gekend. In de onlangs verschenen uitgave van Heezen en Van de Laar komt de beleving van de kant van Pieters uitvoerig aan bod. Na het lezen van 'De Avonden' was deze dermate gebiologeerd dat hij de man achter dit boek persoonlijk wilde leren kennen. Rond 1960 heeft hij de auteur via zijn uitgever Van Oorschot benaderd. Pieters was ter ore gekomen dan Reve met toneelteksten aan het experimenteren was. Zijn stuk 'Commissaris Fennedy' zou opgevoerd worden in Rotterdam. In dat verband bood Pieters de schrijver aan bij hem te komen logeren. Na een eerste ontmoeting in een eetcafé klikte het dermate dat Reve regelmatig de gastvrije villa in het dorpje Rhoon, even ten zuiden van Rotterdam, bezocht.
Volgens Heezen en Van de Laar heeft Pieters geen grote bedragen aan Reve geschonken. Zijn huis fungeerde meer als een soort veilige haven om zich verder te kunnen ontplooien. Een vangnet ook, voor als Reve financieel of geestelijk even niet verder kon. Ook zijn reis naar Portugal en Marokko in 1963 werd mede mogelijk gemaakt dankzij zijn 'weldoener' die in het werk van Reve onder de magische letter Q bekend staat. Een verklaring hiervoor hebben de biografen niet gevonden. Interviewer Holman meende dat Reve de Q koos omdat hij niet wilde dat iemand er achter zou komen van wie hij soms geld kreeg. Nijvere speurders zouden nooit een weldoener vinden van wie de achternaam begint met een Q.
Ludo Pieters was bovendien een goede jager. Zo belandde soms een eend of fazant bij Reve op het bord. Met zijn vrouw Berthe en de vijf kinderen vormde huize Pieters een warme plek voor kunstenaars als Reve. Zelf bleek de havenbaron onvoldoende talent voor kunst te hebben, al heeft hij twee gedichtenbundels gepubliceerd. In het grote bedrijf dat hij van zijn vader had overgenomen kon hij onvoldoende zijn ei kwijt. De contacten met kunstenaars als Reve hielpen Pieters ook zelf om verder te kunnen. Legendarisch waren de feestjes in zijn grote tuin waar gedichten werden voorgedragen.
Toen de gezondheid van Reve in 2002 sterk achteruit ging is het contact met Pieters weer even opgebloeid. Ze hebben elkaar nog gezien. Kort na de dood van Reve in 2006 is ook Pieters gestorven, op 30 oktober 2008, 87 jaar oud.
Door een van onze redacteuren.