Nader tot Reve: Nieuwsarchief Naar de homepage van Nader tot Reve
tak
Pareltjes uit het OBA Reve Archief
1 november 2016
Elke laatste vrijdag van de maand valt er meer te ontdekken. Dan is de Reve collectie van de OBA toegankelijk voor geïnteresseerden. Van de omvangrijke verzameling Reviana is eerder dit jaar een inventaris verschenen. Uit het vele materiaal, opgeslagen in de diep gelegen kluizen van het hoofdgebouw van de Amsterdamse Openbare Bibliotheek, kan iedereen nu zelf keuzes maken om nader in te zien of te bestuderen. Tal van originele brieven, handschriften, foto's, bijzondere uitgaven, zelfs bankafschriften, medische facturen en plukjes haar zijn bewaard gebleven.
Ook Nadertotreve deed een duik in het archief en trof onder meer het receptieboek van het feest op 14 december 1973 in Pulchri Den Haag aan. Reve vierde zijn vijftigste verjaardag en 25-jarig jubileum als schrijver. Guus van Bladel, met wie Reve in deze tijd in Weert samenwoonde, had het groots opgezette evenement georganiseerd. Toch blijkt uit het receptieboek dat van Bladel zelf niet aanwezig was. Volgens zijn Weerter vrienden Kasper de Gouw en Gerard van den Oetelaar kreeg de auto waarmee het drietal op weg was naar de residentie in de buurt van Breda panne. Daardoor liepen zij ook het etentje mis dat na afloop van de druk bezochte receptie voor een beperkt aantal genodigden was voorzien.
Onder de vele gasten die het receptieboek tekenden vallen de namen op van Reves stiefmoeder Jo van het Reve - de Jong, broer Karel en zijn vrouw Jozien (kort daarna, in 1974, zou de schrijver breken met zijn 'Geleerde Broer'), collega Simon Carmiggelt en diens vrouw Tiny (ook met Carmiggelt liep het kort daarna spaak), ex-geliefde Willem Nijholt, schrijvers Bernard Sijtsma, Ab Visser, Hedwig Speliers, Jeanne Roos en Ben Hemelsoet die een tijdlang Reve als godsdienstwetenschapper adviseerde. Ook geestelijke Lambert Simons was van de partij, evenals actrice Willeke van Ammelrooij en journalist Henk Terlingen.
De handtekening van geliefde Joseph Cals ontbreekt, maar naar later bekend werd liep de relatie toen al op zijn eind. Opvolgende geliefden als Ernst-Jan Engels en Leo Gillet waren wel van de partij. Evenals Antoine Bodar die twee jaar eerder Reves laatste woning in Amsterdam, aan de Plantage Kerklaan, had overgenomen. Leuk om te zien is dat de handtekeningen van Bodar en zijn geliefde Paul van Well bijna in elkaar verstrengeld in het receptieboek zijn neergezet.
De burgemeester van Weert stuurde een felicitatietelegram dat eveneens in het boek is opgenomen. Hoewel dus Van Bladel ontbrak, was het een aantal andere plaatsgenoten wel gelukt aanwezig te zijn. Zoals zuster Lidwina die aan haar handtekening toevoegde 'namens ons allen'. Vermoedelijk gaat het om één van de Zusters van Liefde die buren waren van Reve en Van Bladel in Weert. Ook boekhandelaar Paul Willems en zijn vrouw Marleen gaven acte de présence, evenals een andere boekhandelaar uit Weert, Charles Verkuylen en diens echtgenote Els. Verkuylen was eigenaar van de flatwoning die Reve en Van Bladel huurden. Biechtvader Jan Hendriks zette ook zijn handtekening, en zo ook de echtparen Jacobs en Gubbels uit Weert.
Voormalig minister van cultuur Marga Klompé schreef in een brief 'tot mijn spijt' verhinderd te zijn, en: 'Graag wens ik u Gods rijkste zegen toe op uw weg van zilver naar goud'. Deze brief zit ook in het receptieboek, evenals een aardig briefje van uitgever Peter Loeb en nog tal van felicitatiekaarten en -brieven van lezers. Volgens een kladje met het handschrift van Van Bladel was de receptie begroot op vijfduizend gulden, 'gebaseerd op 300 gasten'. Tevens vermeldt hij dat de kosten van de kerkdienst door Gerard werden gedragen.
Uit een ander archiefstuk blijkt dat uitgever Johan Polak, die de receptie aan Reve had aangeboden, geprobeerd heeft om bij deze gelegenheid zijn geliefde auteur koninklijk te doen onderscheiden. In zijn verzoek hiertoe aan het ministerie van cultuur schreef hij onder meer: 'Hoewel ik dat niet in de eerste plaats van hem verwacht zou hebben, bleek het mij dat een ridderorde voor hem het grootste geschenk zou zijn dat hem op zijn vijftigste verjaardag te beurt zou kunnen vallen', en: 'Op de verdiensten van Gerard Reve als schrijver wil ik hier niet nader ingaan, maar het is misschien wel juist te wijzen op wat hij heeft gedaan voor de emancipatie van de homofiele minderheidsgroep, lang voordat dit emanciperen een modeverschijnsel was geworden'. De brief van 29 oktober 1973 kwam te laat om het gevraagde ereteken op 14 december te kunnen uitreiken. Op 29 april 1974 lukte het wel, de dag voor Koninginnedag, op het stadhuis van Weert.
In een bewaard gebleven interview met Reve verzamelaar Peter van Bergen, in het Haarlems Dagblad van 12 november 1983, blijkt dat deze een exemplaar van Ik Had Hem Lief had 'met daarin de ware naam van Ernest de R.', en dat is volgens Van Bergen niet Joseph Cals maar 'de zoon van een andere minister'. Het betreffende exemplaar van Van Bergen zit nu in de OBA collectie en zo te zien gaat het om Cals' opvolger als geliefde van Reve, Ernst-Jan Engels. De toenmalige minister van cultuur heette Piet Engels. Maar evenmin als Joseph was Ernst-Jan een ware ministerszoon. Niettemin blijft het bijzonder dat Reve twee geliefden leerde kennen met allebei de achternaam van een minister.
Het OBA archief bevat verder drie ongedateerde exemplaren van Bazooka magazine, met in het derde nummer een interview met Joop Schafthuizen. Een zich noemende Mr Klein tekende uit de mond van Matroos Vos onder meer het volgende op:
- Hoe vind je Gerard Reve?
Hij is een kolerelijder en een echte roomse gluiper. Het enige aan hem dat deugt, is, dat hij een klein beetje geld in het laadje brengt.
- Wat doet hij zoal?
Hij bakt wind.
- Wat valt je in Gerard Reve mee?
Zijn bankrekening.
De antwoorden zouden zomaar van Reve zelf geweest kunnen zijn. Het onooglijke tijdschriftje was een initiatief van Ivar Vics, beter bekend als 'Dr Rat'. Hij werd wel 'koning van de graffiti' genoemd, schoffeerde en choqueerde alles wat los en vast zat, en overleed op 29 juni 1981 op 21jarige leeftijd aan een 'overdosis'. Zijn blaadje had een oplage van 150 exemplaren en was gevestigd aan de Plantage Muidergracht 5 in Amsterdam.
Tot slot een citaat uit de bewaard gebleven HP van 19 april 1975. G. Brands interviewde acteur Albert Mol over wat het zojuist verschenen boek Ik Had Hem Lief bij hem losmaakte. Mol zegt het 'een enig boek' te vinden en haalt een herinnering naar boven aan de schrijver: 'Ik heb hem ook eens een keer bemind... Hij kwam een keer bij mij op de Keizersgracht en ik was in alle staten. Hij was beeldschoon, gewoon het einde, en ik was voornemens om alle laden en registers open te trekken om hem in m'n nest te krijgen. Ik heb toen een hele strakke broek aangetrokken en uiterst koket mij benomen, dat wil dus zeggen: totaal onnatuurlijk. Ik hoopte dat ie op me viel... Het was 'n hele sterke, mooie mannelijke jongen, waar ik echt wezenloos van was. (..) Maar goed, Gerard kwam dus bij me en naderhand heb ik me gerealiseerd dat ik me belachelijk aangesteld had, als de jongeheer Vogel die ik natuurlijk helemaal niet was. Hij viel ook niet op me. Er kwam een jongeman van 18 jaar binnen en daar ging ie mee weg. Ik heb er dagenlang de pest over in gehad.'
Voor een bezoek aan het Reve archief in de OBA raadplege men tevoren de voorwaarden voor het gebruik.
Tekst: Bert Boelaars