Nader tot Reve: Nieuwsarchief Naar de homepage van Nader tot Reve
tak
'Halfbroer' Guus van Bladel overleden
2 november 2016
Guus van BladelDe 'Schenker van het beeldje "schoenmaat 38" van O.L.V. van Lourdes' is niet meer. Na een verblijf van 25 jaar in Singapore en 15 jaar in Maleisië kwam op dinsdag 1 november een einde aan het leven van Guus van Bladel. Hij is 85 jaar geworden.
Begin jaren zeventig was hij steun en toeverlaat van Gerard Reve wiens relatie met Teigetje en Woelrat op de klippen was gelopen. Enkele jaren woonden Reve en Van Bladel samen in het Limburgse Weert.
De twee raakten zo vertrouwd dat Reve zijn huisgenoot spontaan 'mijn halfbroer' noemde. Zo'n vijf jaar deelde Van Bladel lief en leed met de volksschrijver die na jaren van blokkade weer tot literaire productie kwam en geleidelijk aan zijn vertrek naar Frankrijk voorbereidde. Van Bladel hielp Reve met de bouw van het Geheime Landgoed op een afgelegen berg nabij Vesc. Daar vandaan stuurden ze soms een ansichtkaart naar de familie van Van Bladel in Waalwijk.
Ansichtkaart Reve van Bladel
Ook nadat beide vrienden ieder huns weegs waren gegaan bleven zij in contact. Reve bezocht met zijn nieuwe partner Schafthuizen Van Bladel in Singapore. Omgekeerd ging Van Bladel op bezoek bij Reve als hij weer in Nederland was. Tot het jaar 2000 hebben de twee elkaar nog geregeld brieven geschreven. In 2001 kocht de gemeente Weert de Reve collectie van Van Bladel met daarin het eerste exemplaar van 'De Avonden', voorzien van een opdracht voor de ouders van de schrijver. Er zijn overigens maar weinig foto's bewaard gebleven waarop zowel Van Bladel als Reve samen te zien zijn. Hier een plaatje uit het boek 'Koninklijke Jaren', genomen op 30 april 1974 in de woning aan de Nieuwe Markt 12. Daar vond een receptie plaats ter gelegenheid van Reves eerste koninklijke onderscheiding. Vrienden boden de schrijver een Mariabeeldje aan onder een glazen stolp. Guus van Bladel, rechts, kijkt toe.
Gerard Reve en Guus van Bladel
Over de erenaam Schenker van het beeldje 'schoenmaat 38' van O.L.V. van Lourdes vertelde Van Bladel in het boek 'Koninklijke Jaren - de Weerter periode van Gerard Reve' het volgende: 'Ik was al verschillende keren in Greonterp geweest en Gerard had daar een paar heel aardige Mariabeelden staan. Hij liet zich ontvallen: Guus, niet dat ik een verzameling wil, maar als je ooit een ouderwets porseleinen Mariabeeld op de kop kan tikken, het hoeft niet antiek te zijn, maar wel van porselein, dan zou ik daar erg blij mee zijn. Nou stond bij mijn ouders thuis een antiek porseleinen Mariabeeldje. Dat heb ik toen van mijn moeder gekregen voor Gerard. Ik belde meteen. Hij was erg opgetogen en vroeg: hoe groot is het? Ik had geen meetmateriaal bij de hand, dus ik zei: Gerard, je weet, ik heb schoenmaat 40; het is iets kleiner..., als ik het erbij houd...: schoenmaat 38, zo groot is het. Nou, dank je wel, zei Gerard, dan weet ik precies hoe groot het is. Iedereen dacht vervolgens dat de Maria van dat beeld schoenmaat 38 had, dus een Mariabeeld met hele grote voeten.'
Het beeldje en de schenker ervan noemde Reve voor het eerst in het in 1972 verschenen boek De Taal der Liefde, in het derde hoofdstuk. Aanvankelijk wilde de schrijver de Madonna in zijn bus plaatsen, maar het bleek niet mogelijk een stabiele constructie te realiseren. Daarop besloot hij het beeldje vast te metselen in een schrijn op de ruïnemuur van Les Chauvins. Daar staat het nu nog, sterk overwoekerd door struiken.
Mariabeeldje tussen de struiken
Guus van Bladel werd op 13 september 1931 geboren als oudste in een gezin van zes kinderen te Waalwijk. Zijn vader was bloemist en plantenkweker. Na drie jaar HBS meldde Guus zich als militair bij de Koninklijke Marine. Hij kreeg een administratieve functie en bereisde alle wereldzeeën. Mogelijk hebben zijn avonturen in Nederlands Nieuw Guinea Reve geïnspireerd toen die rond 1970 verzon dat hij zelf ook soldaat was geweest in de voormalige Nederlandse kolonie.
In 1960 koos Van Bladel voor de vaste wal. Hij werkte eerst voor de Amsterdamse Ballast Maatschappij en daarna als personeelschef bij de Weerter Kunststoffen Fabriek, later Hoechst genaamd. Als voorzitter van het COC Eindhoven maakte hij in 1968 kennis met Reve. Na diens relatiebreuk met Teigetje en Woelrat trok de auteur in bij Van Bladel die een ruime flat in het centrum van Weert bewoonde, pal tegenover de gymnastiekzaal van het Bisschoppelijk College. In 1974 kreeg Van Bladel bij Hoechst de functie hoofd sociale zaken. Door een ernstige aandoening belandde hij in 1976 in de WAO. Omdat de verwachting was dat hij nog kort te leven zou hebben vestigde hij zich bij zijn broer in Singapore. Daar raakte hij als vrijwilliger betrokken bij de reclassering van veelal wegens drugs vastgezette gevangenen. Zijn credo luidde: Voorkom onnodig leed van gevangenen. Met name Nederlandse gedetineerden stond hij bij, overigens ook in als zij in Thailand of Indonesië vastzaten. In 1992 werd hij hiervoor onderscheiden door de regering van Singapore met The Public Service Medal. Later werd hij ook onderscheiden voor zijn verdiensten in Maleisië.
Landelijke bekendheid verwierf Guus van Bladel met de intensieve begeleiding van twee Nederlanders die wegens drugs in Singapore de doodstraf zouden krijgen: Maria Krol en Johannes van Damme. De eerste ontliep als door een wonder de ter dood veroordeling. Maar Van Damme niet, hij werd op 23 september 1994 daadwerkelijk door de strop ter dood gebracht. Over zijn ervaringen schreef Van Bladel twee boeken: Vrouwengevangenis Singapore en Tussenstop Singapore. In 1995 is hij koninklijk onderscheiden tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Guus van Bladel met onderscheidingen
Guus van Bladel met zijn drie onderscheidingen uit Nederland, Singapore en Maleisië
In 2001 verhuisde Van Bladel zo'n 150 kilometer naar het noorden. Melaka in Maleisië werd zijn laatste standplaats. Hij woonde daar samen met zijn partner 'Ahkee', David Tang Chak Kee. Tot 2011 zette hij zijn werk voor gedetineerden nog voort, zij het op een lager pitje. Verder hield hij zich bezig met het behoud van het Nederlandse erfgoed in zijn nieuwe woonplaats die ooit toebehoorde aan de VOC. Ook werkte hij vele jaren als correspondent mee aan het VPRO radioprogramma Wereldnet. Hij deed daarin verslag van alledaagse gebeurtenissen in het Verre Oosten. Dit zelfde thema zette hem de laatste jaren van zijn leven tot het schrijven van maandelijkse overpeinzingen die hij in gedrukte vorm onder de titel Malaka's Kladboek maandelijks naar zijn vrienden in Nederland stuurde.
Rond de executie van Van Damme was Guus van Bladel veelvuldig in de media te vinden. Maar de markante Brabander werd ook opgemerkt door Rik Felderhof voor zijn programma De Stoel. Ontelbaar zijn de bijdragen geweest van Van Bladel aan artikelen in dag-, week- en maandbladen, radio en tv. In 2012 verscheen een laatste groot interview in het literaire tijdschrift De Gids. Daarin toont hij zich verbolgen over de neerbuigende wijze waarop Nop Maas hem in de biografie over Reve had neergezet. Hij weerlegde tal van beweringen en zette onjuistheden recht. Ook kwam hij met een nieuwe theorie over het karakter van Gerard Reve. Diens grilligheid schreef hij toe aan wat in het Verre Oosten een Monkey Mind wordt genoemd: 'Deze uitdrukking verwijst naar een psychiatrisch ziektebeeld dat in het oude China al meer dan duizend jaar bekend staat onder de naam Xinyuan.
Het heeft betrekking op een bij tijden verwarde, rusteloze geestesgesteldheid die veelal gepaard gaat met een wonderlijk eigenzinnige fantasie en dagdromerij, maar ook met vergeetachtigheid, besluiteloosheid, grillige nukken en onbesuisde woede-uitbarstingen. Gerard wist toen niets van Monkey Mind. Maar wel dat er iets mis was en dat hij honderd procent fout zat als ie zou doen wat allemaal in hem opkwam. Hij heeft zich onbewust gerealiseerd dat hij niet met de politie in aanraking zou komen als hij die gedachten van zich af zou schrijven. Er was helemaal geen martelkamer voor jeugdige Duitse toeristen. Hij schreef dat wel, maar het was allemaal verzonnen. Fantasie en werkelijkheid liepen in zijn brieven en boeken steeds door elkaar. Dat is die Monkey Mind.'
Het gesprek met Van Bladel is dit jaar ook verschenen in de bundel 'Voor het naaktgeslacht - Toegift op het levensverhaal van Gerard Reve'. In hoofdstuk vier, 'Kroniek van een nalatig biograaf' komt de ongezouten kritiek van Reves voormalige huisgenoot op 'de biografie' uitgebreid aan de orde.
Ook Guus van Bladel zelf had een levendige geest. In tegenstelling tot Reve die mensen het liefst op een afstand hield, was Van Bladel sociaal ingesteld. Een 'mensenmens' noemde hij zichzelf. Met zijn beste vrienden in Nederland, Kasper de Gouw en Gerard van den Oetelaar, onderhield hij tot voor kort vrijwel dagelijks nog contact via de email. Vanwege doofheid was telefonisch contact niet goed meer mogelijk. Hart- en vaatproblemen speelden Van Bladel bovendien in toenemende mate parten, alsmede dementie. Aan de gevolgen daarvan is hij nu in het plaatselijke ziekenhuis overleden.
Guus van Bladel is zondagochtend 6 november gecremeerd na afloop van een uitvaartdienst in de plaatselijke christelijke kerk van Melaka.
Guus van Bladel met partner en vrienden
Guus van Bladel te midden van vrienden in Melaka, 2011. Links aan tafel zijn partner. Achter hem in rood hemd Kasper de Gouw, met links van hem Bert Boelaars en rechts achter Gerard van den Oetelaar.
Tekst: Bert Boelaars