'Mits uiteraard filmisch opgelost', herinneringen van Herman Koch aan Gerard Reve
30 maart 2018
Geen bijzondere aanleiding voor dit stukje, ik was bezig met research voor de In Memoriam van Wim Bergmans en kwam toevallig het artikel tegen dat Herman Koch in het Reve-gedenkboek 'Het Volle Leven' (2006) had geschreven.
Koch vertelt hier hoe hij het werk van Reve had leren kennen - in het boekenkastje van zijn moeder stond 'Op Weg Naar Het Einde' tussen de werken van Simone de Beauvoir - en dat sloeg in als de bliksem. En kort memoreert hij nog wat karpatenkoppen (één in het bijzonder) die na het overlijden van Reve er als de kippen bij waren om niet alleen Reve zelf maar ook diens werk dood te verklaren: 'Hij probeerde alleen maar grappige zinnen te schrijven'.
Voor zover bekend hebben Koch en Reve elkaar nooit ontmoet, zoals ook indirect op te maken valt uit het stuk in 'Het Volle Leven'. Op deze foto leest Koch het gedicht 'Droom' voor in een Belgisch tv-programma. Rechts van Koch Wim Helsen.
Maar het mooiste is de anekdote die Koch vertelt over het contact dat hij met Reve had in 1997. Dat was in de Jiskefet-tijd en Koch, Prins en Romeyn worstelden met hun creatie 'De Heeren van de Bruyne Ster', een kluchtige serie over de bemanning van een COC-schip. Koch c.s. waren zeer ontevreden over het resultaat [dat viel reuze mee, het was bij vlagen zeer hilarisch] en 'in deze verschrikkelijke periode' werd Koch via Klaas Koppe benaderd door Reve die liet weten dat hij en Schafthuizen erg genoten van 'De Bruyne Ster' en of het geen goed idee zou zijn dat Reve een keer een gastrolletje zou spelen. Voor nader overleg kreeg Koch een telefoonnummer.
Enkele dagen later vond Koch, ondersteund door een fles wodka, genoeg moed, belde op en kreeg meteen Reve zelf aan de telefoon. Het plan van Reve was als volgt:
"Op ons schip, De Bruyne Ster, was ook een scheepsmaatje (gespeeld door Ellen ten Damme) dat naar de naam Retenjong luisterde. Was het misschien een idee dat het Retenjong kwam te overlijden 'of anderszins te water zou raken', waarna het moest worden vervangen door het Revejong. Het Revejong zou vervolgens alles verkeerd doen, waarvoor het uiteraard moest worden bestraft. Het kon bijvoorbeeld aan de mast worden vastgebonden en afgeranseld 'mits uiteraard filmisch opgelost'."
Later tijdens het gesprek, waarbij Koch zich niet aan de indruk kon onttrekken dat ook Reve een fles naast zich op tafel had staan, vroeg Reve zich af welke van de drie heren Koch nu precies was. Koch:
"Ik dacht snel na. Van ons drieën voelde ik me ongetwijfeld het doodongelukkigst, om niet te zeggen dat ik werkelijk geen flauw benul had wat ik op dat schip stond te doen. Bovendien kon ik geen geloofwaardige nicht neerzetten". 'Ik ben die blonde met dat lange haar,' zei ik. ' 'Zeg maar de minst nichterige van de drie.' 'O, dat geeft niet,' zei Reve. 'Ik discrimineer niet hoor'.
Kort na dit gesprek werd Reve opgenomen in het ziekenhuis en onderging een zware hart-operatie. Aanvankelijk knapte hij wel op van de ingreep maar de operatie was wel een kantelpunt in Reve's gezondheid. Gaandeweg begon zijn geheugen hem in de steek te laten en het grotendeels voor de operatie geschreven 'Het Hijgend Hert' was Reve's laatste werk. En van het beoogde optreden in Jiskefet is nooit meer wat van gekomen.
De herinneringen van Herman Koch zijn onder de titel 'Zuipen en de rest net als vroeger' opgenomen in 'Het Volle Leven' (2006) en in 'Korte geschiedenis van het bedrog, de verhalen' (2012), een bundeling van verhalen van Herman Koch.
Tekst: Peter Smeets