Nader tot Reve: Nieuwsarchief Naar de homepage van Nader tot Reve
tak
Gedicht 'Roeping' in ziekenhuis Weert
1 januari 2021
Het gedicht 'Roeping' in het handschrift van Gerard Reve is sterk uitvergroot afgedrukt op een van de wanden van het vernieuwde restaurant in het St. Jans Gasthuis te Weert. De muur toont een tijdlijn van de geschiedenis van het ziekenhuis. In 1869 kwamen drie leden van de kloosterorde 'Zusters van Liefde' naar Weert om te helpen bij de verzorging van zieken. Deze opvang vormde de basis voor de inmiddels ruim honderdvijftig jaar bestaande instelling waarin de nonnen ruim honderd jaar werkzaam zijn gebleven. In 1973 droeg Reve zijn gedicht Roeping op aan 'de Zusters van Liefde, te Weert'.
Gedicht 'Roeping' in ziekenhuis Weert
De schrijver verbleef twee maal in het plaatselijke hospitaal. Eind 1974 zakte hij op straat in elkaar. Huisarts Wim Venmans gelastte opname in de Weerter kliniek vanwege een dubbele sinusitis (neusbijholte-ontsteking). 'Gerard is er aan zijn neus geopereerd en lag er volstrekt anoniem op zaal', aldus later de herinnering van huisgenoot Guus van Bladel, opgetekend in 'Koninklijke Jaren - de Weerter periode van Gerard Reve' (LJ Veen, 2002). Begin maart 1977 volgde een tweede opname, ook weer voor zijn neus. Het ging om een kleine correctie van het scheefgegroeid tussenschot.
Beide keren is het waarschijnlijk dat bij de verpleging van Reve een of meer Zusters van Liefde betrokken waren. Wellicht zelfs zijn naaste buren. Want een commune van zo'n tien kloosterzusters woonde pal naast de schrijver aan de Nieuwe Markt. Reve en Van Bladel bewoonden het appartement ter rechterzijde van het trappenhuis, de nonnen zaten in de galerijflats ter linkerzijde. Ze deelden dezelfde ingang en trap. Er was een goed contact. De Moeder-Overste, zuster Lidwina, kwam regelmatig over de vloer, aldus Van Bladel. Toen de beide heren later weg waren uit Weert, zijn ze de gepensioneerde Moeder-Overste nog eens gaan opzoeken, in het rusthuis van de religieuze orde in Tilburg. Bij dit weerzien zou zuster Lidwina, volgens Van Bladel, Reve spontaan een zoen op de wang hebben gegeven, onder de kreet: 'Nu heb ik voor de eerste keer in mijn leven een man gekust'.
Enige tijd later, in december 1993, toen Reve 70 jaar werd, vertelden enkele in Weert nog achtergebleven nonnen over hun herinneringen aan de schrijver in het lokale huis-aan-huis blad Het Land Van Weert: 'Reve was een attente en ingetogen buurman. "Hij was geen kletsmeier, hij praatte niet zoveel", zegt Zuster Gerardi. "Soms zag hij je niet als je hem tegen kwam, want dan was hij in gedachten verzonken." Veel contact hadden de Zusters niet met hem, maar omdat bij de Zusters altijd wel iemand thuis was, fungeerden zij als sleutelbewaarders voor de hele flat. Het kwam regelmatig voor dat zij een kaart in hun bus vonden van Reve, met het verzoek een gast voor hem alvast binnen te laten als hij uithuizig was. "Een keer was hij zijn sleutel vergeten en toen heeft hij bij ons een kopje koffie gedronken." (...)
Gedicht 'Roeping' in ziekenhuis Weert
"Gerard Reve had veel devotie tot Maria. Hij hield veel van Onze Lieve Vrouw", zegt Zuster Immaculata. "Hij had veel beelden van Maria in zijn flat staan." (...) Voordat hij hun buurman werd waren de Zusters niet met zijn boeken bekend. Dat veranderde, want ze kregen altijd een present-exemplaar - met opdracht - als een nieuw boek uitkwam. "We zouden ze niet gekocht hebben", zeggen de Zusters, "maar we kregen ze." De inhoud van de boeken zei hen niet zoveel, die stond vaak ver van hen af. "Je laat mensen in hun wezen", zeggen de Zusters, "hij was een heel rustige, goede man." Ook nadat Gerard Reve uit Weert was vertrokken en zich op zijn landgoed in Frankrijk had gevestigd, stuurde hij nog regelmatig kaarten en adreswijzigingen naar de Zusters.' Aldus het verslag in weekblad Het Land van Weert.
St. Jans Gasthuis rond 1970
St. Jans Gasthuis rond 1970
tekst: Bert Boelaars