07-1 Frank van Dijl - 'Ik moet weer aan het werk. Echt hoor, mijn boek moet af' || Nader tot Reve
Nader tot Reve: Nieuwsarchief Naar de homepage van Nader tot Reve
tak
Frank van Dijl - 'Ik moet weer aan het werk. Echt hoor, mijn boek moet af'
3 juli 2024
Deel 3 van het drieluik over Nader tot U.
Met 'Ik moet weer aan het werk. Echt hoor, mijn boek moet af' voltooit Frank van Dijl zijn zesdelige reeks beschouwingen over de ­reisbrieven die Gerard Kornelis van het Reve publiceerde in het tijdschrift Tirade (1962–1966) en vervolgens bundelde in Op weg naar het einde (1963) en Nader tot U (1966).
Beide boeken sloegen aan, waardoor een einde kwam aan de 'jaren van tasten, zoeken en dwalen' die waren gevolgd nadat het succes van De Avonden (1947) was weggeëbd. Reve had zijn nieuwe vorm gevonden, maar de magie leek nog voor het voltooien van Nader tot U uitgewerkt: de laatste brieven ­kwamen slechts moeizaam tot stand.
Frank van Dijl - 'Ik moet weer aan het werk. Echt hoor, mijn boek moet af'
Omslag Frank van Dijl - 'Ik moet weer aan het werk. Echt hoor, mijn boek moet af'
Omvang: 68p.
Illustraties: binnenzijde omslag (omslagen Tirade)
Vormgeving: Huug Schipper, Studio Tint
Formaat: 13 x 20 cm
Uitvoering: genaaid gebrocheerd
Oplage: 125 exemplaren plus enige h.c.
Prijs: 22,50 euro
2024
De Brieven:
Brief In De Nacht Geschreven
Tirade 102 uit juni 1965
'Brief In De Nacht Geschreven' is eerst gepubliceerd in Tirade 102/1965 (de integrale brief staat op de website van Uitgeverij van Oorschot en begint als volgt:
In de stilte van de nacht. Uit de diepten. Nadat hij 9 dagen aan één stuk door gedronken had, maar je kon niets aan hem zien. Een zang, terwijl hij naar de duisternis ging. Voor de orkestmeester. Een nachtlied. Een lied van overgave, want op u wacht ik, en op u alleen, o Eeuwige.
Vannacht zag ik, als in een laat winterlicht, mijn oude school in het Betondorp weer voor me, en opeens begreep ik, dat uit de gestalte van dit gebouw, indien iemand het verstand had bezeten, reeds toen de zekerheid van de oorlog en al zijn rampen berekend had kunnen worden.
Brief In De Nacht Geschreven
Tirade 109 uit januari 1966
'Brief In De Nacht Geschreven' is eerst gepubliceerd in Tirade 109/1966 (de integrale brief staat op de website van Uitgeverij van Oorschot en begint als volgt:
De kermis is afgelopen, en de zomer spoedt zich reeds ten einde. Laat ik toch voortmaken, en boven blijven zitten, en niet elk ogenblik naar beneden komen om rond te hangen. Het enige immers, wat mij nog te doen rest, is zonder ophouden te werken en voort te schrijven.
Ik zal maar beginnen, al weet ik wel zeker, dat het weer één en hetzelfde lied gaat worden. Veel redenen, om de aanwijzingen voor het orkest te wijzigen, zie ik niet, en daarom zal ik ze maar zo laten als ze zijn. Opnieuw dus: Uit de diepten. En, alweer: nadat hij een zeer groot aantal dagen onafgebroken aan de kruik was geweest, nog steeds echter zonder dat je veel bizonders aan hem kon zien. Een zang ook, terwijl hij ferm bleef doorstappen in de richting van de Duisternis, en weer: voor de orkestmeester. Wederom: een Nachtlied. En, meer dan ooit, een lied van overgave, want nimmer was mijn heimwee naar U zo fel, en zo mateloos.